Gemiddelde leestijd: 2 minuten

Grappig dat mensen zo verbaasd zijn, net als ik tot voor kort trouwens, als ze horen dat psychoanalytici nog steeds de bank, of beter nog de sofa, gebruiken met hun patiënten. Als er nou iets in ons collectieve geheugen gegrift staat ten aanzien van psychiaters, dan is het wel die sofa. Elk plaatje, elke cartoon toont de patiënt die op de bank ligt met de therapeut erachter, terwijl hij aantekeningen maakt op een blocnote. En dat allemaal dankzij Sigmund Freud. Maar waarom wordt die sofa nou nog steeds gebruikt?

Ik vroeg het laatst aan een psychiater, en die zei ‘natuurlijk gebruiken we die nog steeds!’ Al gaf hij wel toe, dat die sofa ook wel heel erg Amerikaans is natuurlijk. Hij gaf echter aan dat deze het belangrijkste proces van psychoanalyse vergemakkelijkt; vrije associatie.

Bij vrije associatie zegt de patiënt alles wat in hem (of haar) opkomt, zonder terughoudendheid, zonder filtering en zonder oordeel. Die vrije associatie is essentieel voor de psychoanalyse, omdat de therapeut zo het onbewuste van de patiënt leert kennen. Als we achterover leunen, letterlijk dus, drijven we vanzelf af naar die wat droomachtige toestand waarin we vergeten gevoelens en herinneringen oproepen, waar we toegang krijgen tot diepere sensaties, fantasieën, angsten en verlangens.

Maar die sofa is niet allen prettig voor de patiënt, hij helpt de analist ook. Diens natuurlijke neiging tot geruststelling vermindert. Wanneer we face-to-face communiceren, hebben we oogcontact en zien we gezichtsuitdrukkingen. Er is een impliciete druk om beleefd te zijn, te glimlachen, om begripvol en goedkeurend te knikken.

Dat werkt bij psychoanalyse anders. Daar wil de analist onder de oppervlakte komen en voorbij de alledaagse zorgen van de dag. Hij wil dat de patiënt praat over meer dan wat die zou zeggen aan de eettafel. Hoe kunnen ze anders de zaken echt tot op de bodem uitzoeken?

Tot slot, volgens die psychiater weer dus, het gebruik van de sofa is nuttig, maar niet essentieel voor een succesvolle analyse. Het is een middel om een groter doel te bereiken. Het belangrijkste is om een veilige ruimte te creëren waarin de patiënt zich vrij voelt om de analist steeds meer te vertellen.

En daarom kloppen uiteindelijk al die plaatjes toch nog steeds wel. En wordt de sofa nog altijd door ons allemaal geassocieerd met de psychiater.